Via de zijkant van het perron, door een opening van de struikjes die de rails van de weg scheiden schuifelt hij richting tramhalte. Hij wiebelt een beetje, en houd zich snel vast aan de railing van het perron. Geen stok of rollator te bekennen. Voor hem ligt het grint, dat de rails van de Kusttram van Knokke naar de Panne omlijst.
Iets verderop is een oversteekplaats, waar de rails net verzonken in het asfalt ligt. Hij doet een stap naar voren. En nog een, inmiddels staat hij in het grint, terwijl hij zich wankelend vasthoud. De man is een jaar of 85 op zijn jongst, en niet zozeer dronken, als wel verdomd eigenwijs en standvastig. (van geest dan, ik houd vanuit de tram mijn hart vast klaar om er uit te sprinten wanneer hij daadwerkelijk omvalt). De deuren van de tram sluiten en de man tilt een voet op richting rails. Ik houd mijn adem in terwijl hij aanstalten maakt de rails over te steken. Hij wankelt weer en grijpt de leuning weer vast. De tram begint te rijden en ik kijk om. Een voet over de rails, zonder handen…. Alé dezen man heeft een doodswens ofzo… Een man van eind 60 heeft het geheel net als ik, vanuit de tram, met ingehouden adem aanschouwd.
Ik heb het niet kunnen zien of deze Middelkerke bastart daadwerkelijk de overkant heeft gehaald. Met een gemengd gevoel van spijt dat ik niet ben uitgestapt om te helpen, en ongenadige bewondering voor de man blijf ik in de tram zitten. Het meervoud van lef is leven denk ik. Deze man had nooit de door mij aangeboden hand geaccepteerd. Zijn vasthoudendheid ontroerd mij. Even heel even voel ik zijn vastbeslotenheid door mijn aderen vloeien en ik kan alleen maar wensen dat ik ooit op mijn 86 (of ouder) de wil en het lef heb om de kortste weg te nemen!