Het KAN in Almere

Het is een beetje een bijna misselijkmakende marketing term. Of klopt het stiekem nog ook?

De ideeën die ik in Rotterdam niet voor elkaar krijg. Kunnen in Oosterwold.

Deze is naar de gemeente. Als ze oke zijn staat het licht op groen om een serieus ontwikkelplan neer te leggen!

#HOEDAN

Jaren geleden zat ik op een hip kantoor als trainee consultant. In de jaren die volgde zag ik een aardig scala aan kantoren en werkplekken voorbij komen. En, het zal je niet verbazen. Bijna alle werkplekken waren een vorm van verschrikkelijk. De gemene deler is opgesloten zijn. De andere gemene deler is herrie en een vervelend binnenklimaat. Wat ik 20 jaar geleden dacht was het volgende:

Als ik een berg zou hebben, zou ik een kantoor bouwen dat werken en je leven faciliteert, in plaats van je opsluit. Een kantoor met kinderopvang. Met een kennel voor de hond. Een kantoor met een plek voor pakketjes. Met een haal en breng service van de stomerij. Er zijn wel kantoren die dergelijke voorzieningen hebben, echter de combinatie met kinderopvang is er amper. En een kennel al helemaal niet.

Los van de “handige”faciliteiten miste ik nog iets. Iets heel belangrijks. BUITEN. Buiten kunnen werken. Een goed bureau buiten. Een plek waarbij je wel aan een bureau zit (daar ontkom je vaak niet aan) Maar waarbij je kunt ademen. Waarbij je huid wind voelt in plaats van airconditioning.

Het kan in Almere!

Wanneer je een bedrijf wil beginnen in Oosterwold, zijn er een aantal eisen. 1 daarvan is 50% stadslandbouw op je bedrijfsgrond. Maar wacht! Ik wilde toch een kantoor waarbij je buiten kan werken? Dat kan super in een boomgaard. En wanneer je gaat bouwen, ben je niet afhankelijk van bestaande gebouwen waarbij het vaak heel lastig is om kantoor en kinderopvang samen te hebben. Al helemaal met veel buitenruimte. Dat is nog los van de betaalbaarheid. Een plek waar je opvang en kantoor zou kunnen realiseren in Rotterdam is volstrekt onbetaalbaar. Of, je prijzen zouden dan zo hoog zijn dat er geen doelgroep meer is die het kantoor en de opvang kan betalen. Echter! Wanneer jezelf bouwt kan er heel veel meer!

Kijken doe je met je…. Handen!

Hier gaan we naar binnen” Ik zie twee hulphonden, die een man en vrouw begeleiden en een wat oudere vrouw. (ze zijn te oud om jongen en meisje te zijn, maar toch eigenlijk ook geen man en vrouw, meer mijn eigen leeftijd en 32 is in mijn hoofd toch echt nog geen vrouw)

Ze komen met een doel. 3 jaar geleden heeft de jongen (man) een paar Gill laarzen gekocht en die zijn nu stuk. Ik pak de laars aan, terwijl de wat oudere vrouw verder verteld. De achterkant laat los, en hij gaat een week zeilen in Loosdrecht, of dat wel goed gaat.

Zijn ze lek? Nee ze zijn niet lek, maar moet hij geen nieuwe laarzen?

Mevrouw, Ik wil u echt met alle liefde van de wereld een paar laarzen verkopen, maar als deze niet lek zijn, zou ik daar toch echt mee wachten tot ze niet meer doen wat ze moeten doen, namelijk je voeten droog houden.

Gho wat eerlijk van u. Ja natuurlijk! Ik kan nog even aan mijn collega vragen of hij niet vind dat u nieuwe moet, om het heel zeker te weten. Zijn reactie? Haha, nieuwe! Beetje lijm misschien, maar meer niet hoor!

Het blijft mij verbazen hoe verast mensen zijn wanneer je ze verteld dat het zonde is om aan iets geld uit te geven. Klanten verwachten vrijwel altijd dat je ze hoe dan ook iets wil verkopen. Moeilijk vind ik dat. Is er door de jaren dan zoveel slecht en slechts verkoopbelust advies gegeven door al mijn watersportwinkel collega’s? Ik kan het mij niet voorstellen. De mensen die ik ken die in een watersportwinkel werken, doen dat allemaal met passie voor de sport en de spullen. En denken over het algemeen volgens mij oprecht mee met de klant voor de beste oplossing. Aan de andere kant, het kan natuurlijk goed zijn dat ik het goed kan vinden met deze mensen omdat zij, op zijn minst een beetje, hetzelfde in hun werk staan.

Terug naar de klant. En hebben jullie ook laarzen? Het meisje van het stel zeilt nu op een paar uitermate schattig gebloemde enkel laarsjes, en haar broek blijft maar niet over de laars zitten.

Nee! Dat geloof ik wel! Deze zijn leuk in de tuin, als het niet regent, daar blijft je broek nooit op zitten, tenzij je broek veel te groot is, maar dan loop je ook op je broek, en dat is zeker niet de bedoeling.

Het stel met de geleide honden heeft dikke zonnebrillen op, en ik ga er vanuit dat ze blind zijn. Toch hoorde ik ze eerder zeggen “ we kijken even rond” en “ooh hebben jullie wel laarzen, die hebben we over het hoofd gezien” Voor ik voor ze uit loop vraag ik het dus maar even aan het meisje. “Kan je überhaupt iets zien? Ze antwoord ontkennend. Nee helemaal niets. “Das weinig” 🙂 We lachen, en ik weet dat wanneer ik iets aangeef, het de laars niet voor haar neus moet houden en wachten tot ze het pakt. Na wat passen en meten, heeft ze voor het eerst in jaren, een laars die past. “En het zijn dezelfde als hij heeft”? Exact dezelfde alleen kleiner. “Welke kleur hebben ze”? Grijs met een rood streepje en er staat Gill op in het wit. Het touwtje is wit en de zool heeft een witte rand. Ik vraag mij af hoe ze kleuren beleefd, en ben onder de indruk van hoe nieuwsgierig ze beiden zijn naar hun omgeving. Ondertussen kijkt de jongen met de andere vrouw (dat blijkt zijn moeder te zijn) naar UV shirtjes.

Hij voelt de zachte soepele stof en is daar duidelijk van gecharmeerd. Ik leg uit dat het shirtjes zijn tegen het verbranden op het water. Hij blijkt een notoire niet smeerder, en iets dat je eigenlijk wel wil hebben, ook nog eens voor jezelf kunnen beargumenteren als nuttig, is natuurlijk de ultieme sales pitch. Passen dus. Ik vraag of ik hem mee zal nemen naar de paskamer, maar de hond doet dat wel. Hij geeft het commando“volg” en de hond volgt mij. Ik moet lachen, als ik mijn hond het commando volg geeft volgt hij mij ook, maar dit is toch echt anders.

Na de passessie kijken ze nog een tijdje rond in de winkel. Kijken ja. Ik zei nog, voelen, maar werd keurig gecorrigeerd. Nee hoor wij kijken rond. Ik vermoed dat kijken en ervaren twee termen zijn die dichter bij elkaar liggen dan ik ze tot nu toe heb bedacht. Wat overigens op zich raar is, aangezien ik een groot deel van mijn leven te horen heb gekregen “Suzanne! Kijken doe je met je ogen!! Dus bij deze, Pappa, en vooral Mamma, echt niet! Kijken doe je (ook) met je handen. (en dat wist ik dus eigenlijk gewoon al sinds ik heel klein was. Het grote mensen leven heeft dat stukje er alleen keurig uit geconditioneerd).

Na het afreken werd ik nog een keer uitgebreid bedankt voor de goede service. Je had ons zo een paar nieuwe laarzen kunnen verkopen! Dat heb ik toch ook gedaan 😉 alleen aan paar maten kleiner! En… Jullie gaan met een grotere tas naar buiten dan je binnen kwam. Het afscheid is hartelijk.

Sommige klanten, sluit je een beetje in je hart.

Oosterwold in wording

Grootse plannen

Het borrelt! Het bruist! We weten nog niet helemaal hoe, maar! Het begint er steeds meer op te lijken dat wij over een tijdje naar een caravan verhuizen.

Whoot?! Gaat het zo slecht?! Nee! Zeker niet! Na een lange tijd wachten hadden we in oktober de informatiebijeenkomst voor https://maakoosterwold.nl. Dit betekend dat wij volop in het proces zitten om over een jaar of twee ons eigen huis te kunnen gaan bouwen.


Eerlijk?! Dat was niet eens perse mijn droom. Veel mensen schijnen te dromen van het bouwen van een eigen huis. Ik zag dat altijd ZO als geen optie dat ik heel soms wel even fantaseerde. Maar dat was altijd meer verbouwen dan bouwen. En toch, ben ik inmiddels een jaar of 20 (ja ik wordt oud) stiekem en soms minder stiekem bezig met het bouwen met natuurlijke materialen. Toen ik nog met Joris in Delft woonden droomden we van een huisje in een bos, dat we deels zelf (ver)bouwden. In die jaren heb ik mij verdiept in het bouwen met leem. Zowel een leem kachel als een lemen huis met stro. Het internet was in opkomst en er was sporadisch wat over te vinden. Ik heb toen contact gehad met Paul Pelgröm op dat moment DE man (en ook de enige gek die zich daar mee bezig hield) . Jaren en jaren stond ik op zijn mailinglijst. Zo lang, dat ik mij uiteindelijk maar eens heb uitgeschreven. Want het ging er toch nooit komen.

Groen dak op ietwat futuristische woning


Nooit?! Misschien toch nooit, nooit zeggen.
Ondertussen zijn de technieken rap ontwikkeld. Zeker de laatste jaren. Ecologisch bouwen neemt een enorme vlucht. Leem is allang niet meer mega alternatief en er worden letterlijk honderden huizen met stro als isolatie gebouwd. Maar er is veel meer! Want wat ik toen nog niet kende zijn de voordelen van Kalk-Hennep bouw. Hout Skelet bouw aanbieders zijn er nu zoveel dat je door de bomen het bos bijna niet meer ziet. Er zijn meerdere architecten gespecialiseerd in bouwen met natuurlijke materialen.

The time is now!

Als sterke Wanja OP de kachel


Wat is het plan? Een huis, met een groen dak. Van binnen gestuukt met Leem. Met een dragende constructie van hout (of misschien toch T en I profielen (toen een i nog met schreef werd geschreven) Met natuurlijke isolatie en vermoedelijk een houten afwerking van buiten. Verwarmd door een (giga) leem kachel. Met pizza oven aan de kant van de keuken en de mogelijkheid om OP de kachel een boek te lezen. Eventueel aangevuld met Karbonik. (over de diverse mogelijkheden later meer) Verder een boel kamers. Niet heel groot. Een slaapkamer van 10m2 is prima. Een werk (eigen) kamer van 12 m2 is ook prima. De een neemt een kamer van 22M2, wij maken daar 2 van is het idee.
We zijn al een paar maanden aan het puzzelen en tekenen. En ook al worden de kaders steeds duidelijker. We hebben nog lang geen definitieve vorm voor het huis gevonden. Eerst nog meer informatie vinden en verslinden. (En misschien toch een architect)

Een deel van de muren van de loods en het huis krijgen leibomen in heel veel verschillende soorten.

Jirja weg uit Rotterdam?! Daar komt het wel op neer. Ik houd mij vast aan de gedachten dat wanneer we ons huis bouwen en 1600M2 grond hebben met 50% stadslandbouw. Ik geen tijd meer heb voor heimwee. Dat er nu al ontzettend leuk contact is met aardig wat toekomstige buren en dat Job op kan groeien met zijn laarzen in de klei. Dat Olle op zn lazer krijgt omdat hij de kippen met rust moet laten. En dat ik in de winter na een dag “werken in de loods” wegkruip op de kachel met een stuk appeltaart (want oh man wat zijn er veel appels in Oosterwold, letterlijk IEDEREEN heeft een appelboom)